Orchideeën behoren tot de grootste familie van bloeiende planten.
Orchideeënjacht in het Victoriaanse tijdperk was niet voor bangeriken.
TReikbaar terrein, tropische ziekten en vijandige dieren in het wild waren slechts enkele van de gevaren. De concurrentie voor orchideeën was zo hevig dat jagers soms hele bossen verbrandden nadat ze de planten hadden genomen die ze wilden, en sommige hebben misschien vroegtijdige ontmoetingen gehad in de handen van hun rivalen.
Orchideeën worden gebruikt in de traditionele Aziatische geneeskunde, parfums en kruiden.
Vanille komt uit orchideeën.
De staat met het grootste aantal inheemse orchideeënsoorten is, geloof het of niet, Alaska.
Jaarlijks worden er tussen de 200 en 300 nieuwe soorten orchideeën ontdekt.
Orchideeën hebben de kleinste zaden ter wereld, waardoor ze zeer moeilijk te kweken zijn.
Orchideeën kunnen tot 100 jaar oud worden.
Een orchidee heeft bilaterale symmetrie, dus als een verticale lijn door het midden van de bloem wordt getrokken, spiegelen de twee helften elkaar.
Orchideeën groeien op bijna elk continent.
De bloemen kunnen variëren in grootte van ongeveer de grootte van een dubbeltje tot zo groot dat ze enkele honderden ponden wegen.
Ze bloeien in een breed scala aan kleuren.
Orchideeën kunnen eruit zien als dieren.
De grootste variëteit, de Sobralia altissima uit het bos van Peru, kan tot 44 voet stijgen.